Naald en draad

In de negentiende eeuw stond Nederweert bekend om de fabricage van frisolet. Dat in onbruik geraakte woord is de verkleinvorm van fraise (F) en betekent geplooide halskraag. Deze kragen werden vervaardigd van gekantklost lint dat tot een kraag werd gevouwen. Het lint werd gemaakt op mechanische weefmachines die frisoletmolens werden genoemd.

De Nederweerter frisoletfabriek werd ‘de lintfabriek’ genoemd en lag in de Kerkstraat, op de plaats waar nu restaurant ‘Guulke Eten & Drinken’ is gevestigd. Het bedrijf van de familie Michiels was productief tot 1891. Er bestond nog veel meer textielarbeid, maar die werd gevormd door huisnijverheid van wevers en naaisters. Het hanteren van naald en draad was een vast onderdeel van het (toen nog) minimale onderwijs aan meisjes. Als proeve van bekwaamheid maakten de jongedames een zogenaamde merklap. Dat was een rechthoekig borduurwerk dat een overzicht gaf van allerhande symboliek. Veelal waren dat christelijke emblemen, symbolen uit de dierenriem of de letters van het alfabet. Vaak ook de naam of initialen van de maakster en een jaartal. In het museum van Kontich in Vlaanderen (B) bewaart men, naar eigen zeggen, een van de alleroudste merklappen van Europa. Deze draagt de naam van de maakster, een zekere Hubertina Zinck, en een jaartal dat door het museum geïnterpreteerd wordt als 1645. De merklap is vrij klein (26 bij 32 cm) en geborduurd in kruissteek met veelkleurig zijden garen. Omdat de merklap onder andere stierenvechters en een herdersstaf toont, gaat het museum er van uit dat het werkstuk afkomstig is uit een Zuideuropees land, waarschijnlijk Spanje.

Helaas is het museum van Kontich in dit geval de draad een beetje kwijt. Niet alleen omdat het afgebeelde jaartal waarschijnlijk niet als 1645 maar als 1845 moet worden gelezen, maar ook vanwege de herkomst. De merklap is namelijk niet afkomstig uit een of ander mediterraan land, maar uit Nederweert! Hubertina Zinck (voluit Joanna Maria Hubertina Zinck genaamd) was in 1833 in Nederweert geboren. Haar vader was de uit Maastricht afkomstige douanier Jan Philip Hendrick Zinck. Een douanier in Nederweert? Dat klopt, want de gemeente Nederweert hoorde in de periode 1830-1839 bij België. De grens tussen Nederweert en Someren was toen tevens de rijksgrens tussen België en Nederland. Vader Zinck was als beambte werkzaam bij de enige grenspost die Nederweert toen kende, de Somerse Hut aan de Booldersdijk. Over hem is weinig bekend, behalve dat hij in 1833 een dispuut had met het provinciebestuur in Hasselt over zijn woning. Als het jaartal 1845 luidt, was dochter Hubertina 12 jaar toen zij de fraaie merklap borduurde. Of zij toen nog in Nederweert woonde is niet bekend, maar dat haar roots daar liggen is zeker. Van een Spaanse herkomst van de merklap is in elk geval geen sprake. Door de correctie van ouderdom en herkomst blijkt de merklap van Hubertina Zinck, voor zover bekend, het oudste voorbeeld uit Nederweert van kinderhandwerk met naald en draad.